Mijn collega’s hadden vorige week in de commissie Bestuur al vragen gesteld over de mogelijke besteding van de winst uit een eventuele verkoop van Essent, omdat wij signalen ontvingen dat andere gemeenten al met het provinciebestuur in overleg waren. Aangezien de kans groot is dat deze verkoop doorgaat, verwachten wij van het Bredase College een proactieve houding om er in ieder geval voor te zorgen dat de Provincie ook actief de Essent gelden in Breda gaat investeren. Dit neemt natuurlijk niet weg dat wij vraagtekens hebben bij de verkoop. De PvdA is op nationaal en regionaal niveau volop in discussie over de randvoorwaarden van deze verkoop. Natuurlijk beseffen wij dat de Gemeente Breda een zeer kleine aandeelhouder is van het energiebedrijf Essent. Dit neemt niet weg dat wij als Bredase PvdA fractie onze zorgen hebben over de verkoop en dat wij graag zien dat de Gemeente Breda deze zorgen als aandeelhouder overbrengt. In de toekomst mag de Gemeente Breda dan immers geen aandeelhouder meer zijn van Essent, maar gelet op de marktpositie van het huidige Essent, zal RWE straks wel voor een belangrijk deel de Bredase huishoudens van energie gaan voorzien.
Onze zorgen betreffen vooral de duurzaamheid, geopolitieke aspecten, de bruidsschat voor netwerkbeheerder Enexis en de kosten van het energieverbruik. Daarom hebben Richard Blankenstein en ik namens onze fractie raadsvragengesteld aan het College, met het verzoek onze zorgen over te brengen aan de overige aandeelhouders én om een aantal randvoorwaarden mee te geven bij de eventuele verkoop van Essent.