maandag, 04 januari 2010

Treinleed

Als doorgewinterde (sic) treinreiziger heb ik alle vertragingen en treinuitval van de afgelopen weken heel ‘zen’ gedragen. Twee maal ben ik al op vertrekstation Breda gestrand, op Oudjaarsdag reed de trein, met sfeervolle vonken vanaf de bovenleiding, tot Lage Zwaluwe – en keerde daarna om. Overmacht door weersomstandigheden, hé, kan gebeuren toch? Thuiswerken is een goed alternatief. De uitdrukking ‘ijs en weder dienende’ is in tijden niet meer zo letterlijk te gebruiken geweest!

Vanmorgen reden we op tijd en op normale snelheid tot Rotterdam. Alwaar we na 5 minuten stilstaan te horen kregen dat we niet verder gingen wegens een ‘aanrijding met een persoon bij Rijswijk’. En toen was ik niet zo ‘zen’ meer. En ik was niet de enige. Terwijl de forensen in kolonne naar naar spoor 13/14 – omrijzen via Gouda – liepen, was het onbegrip niet van de lucht. Niet in de richting van de NS, niet richting Prorail, of de sneeuw dit keer. Nee, alle onbegrip ging richting de ‘een persoon’.

Nu zijn treinforensen over het algemeen begripvolle, relaxte reizigers. Vierkante wielen, kapotte bovenleidingen, bevroren wissels, verkeerde sneeuw, tekort aan materieel, koffiedrinkende conducteurs… We kunnen het aan. We zuchten even diep en reizen om, wachten op een bus, nemen nog een bakkie koffie, bellen naar huis of werk. Kan gebeuren, toch? Waar treinforensen geen begrip voor hebben zijn springers. Niet omdat ze – cru gezegd – ongemak voor ons opleveren, maar omdat een springer, naast zijn directe omgeving, nog iemands leven ingrijpend beinvloedt. Dat van de machinist. Want dat was de meest gehoorde opmerking in de treinforensenkolonne: “Ik snap best dat iemand het niet meer ziet zitten, maar ik vind het zo rot voor de machinist”. Laten we hopen dat het goed gaat met hem of haar.

Laten we hopen op zo min mogelijk vertraging in 2010.

Tags: ,

Leave a Reply