donderdag, 27 augustus 2009

Blonde haren, blauwe ogen

Mooi blauw/paars is niet lelijk...

“Waar ben ik?” vraag ik, terwijl ik om me heen probeer te kijken. Ik lig ergens, ben omringt door fel licht, wat apparaten… Het lijkt wel een ziekenhuis. “Niet je hoofd bewegen”, zegt een onbekende stem. Vriendin C. buigt zich over me heen en zegt vermoeid – alsof ze het al honderd keer heeft gezegd – “Je bent in het Amphia, je bent gevallen met de fiets en je hebt een hoofdwond en een lichte hersenschudding.” Ik begin te huilen. “Hoe laat is het? Waar is mijn tas? Waar is mijn telefoon?” “Volgens mij is ze er weer bijna echt bij”, zegt de onbekende stem. Ze gaat voor me staan: duidelijk een arts. “De taxi is er, hoor”, zegt ze. “Nee, je gaat niet naar huis, je blijft bij mij slapen”, zegt vriendin C. Wat is er toch gebeurd? Hoe lang ben ik bewusteloos geweest? Bij huize C. wordt ik eerst op de bank gezet, en na een glaasje water mag ik naar bed. Het is 3 uur ‘snachts. Na twee uur wordt ik gewekt. “Tel eens tot 10″ Ik vloek. “Moet van de dokter”. Ik tel tot 10 en val weer in slaap. Om 7 uur wordt ik weer gewekt. Ik tel tot 10, tot goedkeuring van C en mag naar huis. Thuis douche ik me, kalefater me op en redt nog net de trein van 7.40 uur.

Je hebt trouwens redelijk wat bekijks – en aanspraak – met twee hechtingen bij je wenkbrauw en een prachtig kleurenpalet rond oog en wang. De hele dag beantwoord ik vragen – van bekenden en volslagen onbekenden – over mijn oog, meld ik dat ik geen idee heb wat er gebeurd is, dat mijn man me niet slaat, dat ik niet dronken was en dat het algemeen bekend is dat ik een kluns op de fiets ben.

Na het eten ga ik langs vriendin C., om mijn spullen op te halen. Elkeweg, de toedracht van mijn monsterlijke uiterlijk is me nu (bijna) helder. Ik heb blijkbaar bij het terugfietsen uit het park met mijn trapper de verhoogde stoeprand tegenover de MacDonalds geraakt en ben met fiets en al op de stoep geklapt (vrienden en familie weten hoe ‘goed’ ik kan fietsen en hoe dicht ik altijd langs stoepranden rij, dus voor hen is klunzige ongeval geen verrassing, eerder vinden ze het knap dat het nooit eerder is gebeurd, maar dit ter zijde). Vriendin C. heeft me verteld dat ik helemaal niet bewusteloos ben geweest, maar gewoon bij kennis (??). Ik bloedde als een rund bij mijn wenkbrouw, maar ik kon overal antwoord op geven, en heb honderduit gepraat (uiteraard). Ik vroeg wel steeds waar ik was, wat er gebeurd was en herhaalde vaak dezelfde dingen. Mede daarom ben ik naar de eerste hulp vervoerd: ze vermoedden een hersenschudding. In het ziekenhuis heb ik meegewerkt met de rontgenfoto’s, tetanusprik en de hechtingen… maar hiervan kan ik me niets herinneren. Voor mijn gevoel ben ik na de hechtingen bijgekomen… En ik kan me ook niet herinneren überhaupt op de fiets te zijn gestapt… Ik heb dus een gat in mijn geheugen van ruim 2,5 uur! Dat schijnt heel normaal te zijn bij een lichte hersenschudding, maar ik vind het best bizar en eng.

Afgezien van de (hoofd- en kaak-)pijn en de blauwe plekken gaat eigenlijk alles goed. Ik heb mazzel gehad: ik had slechter terecht kunnen komen. Ik moet nog wel een paar dagen rustig aan doen, maar maandag mogen de hechtingen eruit. Ik heb echter wel twee dingen geleerd: 1. Voortaan midden op de weg fietsen – ver van de stoeprand verwijderd en 2. Niet twitteren als je een lichte hersenschudding hebt!

Tags:

Leave a Reply